Deel 2: 1927 – 1940

Dat wij een nieuw hoofdstuk beginnen met het jaar 1927 is meer dan een toevalligheid. Op vrijdag 21 oktober 1927 werd Johan Vons als nieuwe voorzitter gekozen, nadat hij al zes jaar lid van de vereniging is geweest, waarvan vijf als secretaris. Reeds in 1927 blijkt hij een grote stimulator te zijn van het verenigingswerk in de kerkelijk gemeente ’t Woudt en, na later zou blijken, zou hij zich nog vele jaren voor de vereniging inzetten.

In deze periode zag het programma voor de wekelijkse vergaderingen er ongeveer als volgt uit: De avonden die in het kostershuis gehouden werden, werden geopend met het zingen van een psalm of gezang, waarna de voorzetter voorging in gebed. Vervolgens werden de notulen voorgelezen en, al dan niet na een kleine verandering, vastgesteld. Hierna volgde de bijbelbespreking waarbij eerst een bijbelgedeelte gezamenlijke werd gelezen, d.w.z. dat ieder op zijn beurt een vers las. Hierna verzorgde een van de leden een inleiding over het desbetreffende gedeelte, wat daarna werd besproken. Zo vermelden de notulen van 11 november 1927 dat op de bijbelbespreking een heel goede discussie volgde… ‘en werkelijk vrienden, als het zoo doorgaat zullen spoedig alle vrienden met lust en ijver aan de bespreking deelnemen’. Tot slot van de bespreking werd er gezongen en volgde de pauze waarin men gelegenheid had ‘boeken te krijgen en centen te geven’.

De contributie, die eerst nog 10 cent per week was, werd in 1931 verhoogd tot 12½ cent per week. Er werd dan ook gevraagd om de 14 dagen te betalen, ‘dat is mooi rekenen’. In eerste instantie was er tijdens de pauze niets te drinken, maar na een verzoek hiertoe zal ‘er in het vervolg een emmer met water en een beker of glas of kroes voor de dorstige vrienden staan’. Eventueel kon men in de pauze een reep chocola in de toko van Dirk van Atten kopen. Na de pauze werd er door verschillende leden een bijdrage geleverd in de vorm van een opstel of voordracht welke zowel ernstig (zoals ‘de Paradijsvloek’) als luimig (zoals ‘Hannes naar de voetbalmatsch’) konden zijn. Tussen deze bijdragen door werden allerlei zaken besproken zoals het werk voor de komende jaarvergadering, wie naar de jaarvergadering van een andere vereniging zou gaan, de plannen voor de zomermaanden, enz. Tenslotte werd er rondvraag gehouden en gezongen uit de liederenbundel, waarna de voorzitter de vergadering sloot met een dankgebed.

Uit de notulen blijkt dat er een groeiende belangstelling bestond voor de maatschappij waarin men leefde. Zo was er de rubriek ”t stond in de krant’, waarin vragen over het nieuws besproken werden. Ook de vragenbus leverde stof op voor de maatschappelijke discussies bijvoorbeeld met de vraag waarom een fabrieksarbeider 8 uur moest werken en een landarbeider 12 uur. En nadat er aanvankelijk alleen zendingsfilms vertoond werden (zoals Warta Sari, Malawan Galap en Mentawei), werden later ook lichtbeelden uit het buitenland en films van uitstapjes vertoond. Het houden van voordrachten en het maken van opstellen werd zeer gestimuleerd.

Een paar maal per jaar werden er voordrachten- en improvisatiewedstrijden gehouden. Als jury werden dan vaak uitgenodigd ds. Bastiaanse en enkele oud-leden. Op 25 januari 1929 werd besloten dat voortaan aan Den Hoorn vergaderd zou worden. Er zou naar een geschikte plaats uitgekeken worden. Op donderdag 19 september 1929 werd voor het eerst vergaderd in de Christelijke School (nu de ‘Rijstuin’). Daar de C.J.V. ‘Philadelfia’ op vrijdag haar vergaderingen hield, ‘zal onze vereeniging op donderdag moeten gaan vergaderen’. Op deze avond deelde de voorzitter mee ‘dat ons verzoek aan het schoolbestuur om donderdagsavonds in de school te vergaderen is ingewilligd en tevens dat de burgemeester heeft toegestaan de boekenkasten in het portaal voor het arrestantenhok te plaatsen; de vrienden kunnen in het vervolg de boeken ruilen een half uur voor het begin der vergadering’.

In deze periode van de vereniging worden al verschillende uitstapjes gemaakt, o.a. naar de ‘De Bedriegertjes’ in het park Sonsbeek te Arnhem. Dit bestond uit een plateau met gaatjes waar plotseling op verschillende plaatsen waterstralen uit omhoog spoten. De reis naar het park Sonsbeek werd gemaakt per autobus. Dat de leden er toen ook al van hielden elkaar in het ootje te nemen, blijkt uit het feit dat tijdens zo’n uitstapje bij het eten van enkele leden een flinke hoeveelheid zout werd aangetroffen.

‘s-Winters werden er meestal enkele winterlezingen gehouden door dominees uit de omtrek zoals ds. Bosman, ds. den Hartog, ds. Roth en ds. Brandt. Voor deze lezingen werden convocaties gemaakt die bij de begunstigers rondgebracht werden. Ook gedurende deze periode was er veel contact met andere verenigingen uit het Westland. Regelmatig werden Ringbestuursvergaderingen gehouden, waarvan dan op de vereniging verslag werd uitgebracht. Dat men ook nog oog had voor andere dan bestuurlijke zaken, blijkt wel uit de opmerking dat ‘de Liersche thee soo heerlijk was, doch beter sinden hem de Liersche meisjes’.

Elk jaar werd er een jaarvergadering georganiseerd, eerst nog op ’t Woudt, later in de school in Den Hoorn. Voor het maken van een toneel in de school werd gebruik gemaakt van de schoolbanken (eerst de inktpotten eruit!!!), waarover moltondekens gehangen werden en waarop de luiken van een veilingschuit gelegd werden (er liep toen nog een sloot vlak achter de school naar de slagerij van Van Rooijen). De jaarvergaderingen begonnen altijd met de opening en inleiding waarna verslag gedaan werd van het afgelopen jaar. Vervolgens werden er enkele opstellen en voordrachten ten gehore gebracht. Meestal waren er twee samenspraken, een komische en een ernstige. In het begin van de jaren dertig werd er altijd een tableau opgevoerd, dit is een groepering van personen die iets uitbeelden en waarbij soms een gedicht voorgedragen werd. Zo hoorde bij het tableau ‘Vier Jaargetijden’ bij de oogst het volgende gedicht:

‘Sikkels klinken,
sikkels blinken
Ruisend valt het graan
Ziet de bindsters garen
Ziet in lange scharen
Garf bij garven staan’.

Ook werd meestal door de jongere leden een pantomime opgevoerd, bijvoorbeeld ‘De Verstrooide Professor’. Later verdwenen het tableau en de pantomime van de jaarvergadering en werd begonnen met het vertonen van lichtbeelden en films, zowel van algemene aard als over het verenigingsleven. Het kerstfeest werd vaak bij de voorzitter thuis gehouden. De achterkamer werd dan versierd en in de pauze werd getrakteerd op anijsmelk en speculaas. Na afloop van het kerstprogramma werd gesjoeld om ‘enkele kleine maar zeer gewaardeerde prijsjes’. Inmiddels was de crisistijd aangebroken, wart ook aan de vereniging niet voorbij ging. Zo werd de contributie verlaagd naar 10 cent per week en werden collectes gehouden voor o.a. ‘de Centrale van Werkloozen Zorg’ en de vereniging ‘Jong Holland snakt naar Werk’.

Like ons op Facebook want dan mis je niets!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

Met onze nieuwsbrief blijf je volledig op de hoogte van het programma en andere bijzonderheden.  

Bedankt voor het inschrijven!